We openen dit blogbericht heel toepasselijk met excuses. Excuses voor die geïnteresseerden onder jullie die zaten te wachten op een nieuw schrijfsel…
Er is iets raars gebeurd met onze schrijfbereidheid. Plots hadden we gewoon allerhande verplichtingen. Verplichtingen in Suriname. Het bestaat.
Ondertussen worden we (of misschien spreek ik beter in de ik-vorm) word ik dus een beetje paniekerig bij de gedachte dat we hier nog maar 3 weken zitten.
“De tijd vliegt” is een understatement van jewelste! Er is hier iets heel raars met het verloop van de dagen en weken. De lessen duren vreselijk lang (van 07.00u ’s ochtends tot 13.15u in de klas les geven in dit klimaat duurt een eeuwigheid) maar de dagen en al zeker de weken lijken dan gewoon voorbij te vliegen! Het is lastig om het gevoel te hebben dat je die tijd niet kan vastpakken terwijl je de verschillende kleine momenten hier zo graag zou willen beetnemen en vasthouden.
Er is ondertussen zo veel gebeurd, we hebben zo veel gedaan, er valt zo veel te zeggen en zo veel te tonen maar we kunnen het nooit overbrengen op een manier die ook maar in de buut komt van hoe het IS.
Toch wil ik enkele fragmentarische dingskes delen die mij bijblijven en waar ik soms uit het niets om moet lachen als een onozel kindje. Daarom niet eens omdat het grappig is maar gewoon omdat ik er blij van word.
Wat ik erg ga missen is het onderling samenhorigheidsgevoel dat de mensen hier hebben. Er wordt ’s avonds veel minder voor de TV gekropen. Jongeren komen allemaal samen bij de plaatselijke “Chinees” (ik blijf deze winkeltjes bekijken als een soort van dag-nachtwinkel). Ze hebben een boembox bij (ne gepimpten zjannettenbak met sean paul stikkers en heerlijke leuzes als “live in luxury, make money) en hangen gewoon allemaal samen voor de chinees met een Parbo biertje of een miezoete Parbo chiller (zo zoet dat je tandglazuur begint te gillen nog voor je de fles aan je lippen zet).
Enkele dagen geleden kwam ik met Bonny en Stephan (2 nieuwe huisgenoten) terug van een uitgelopen cafébezoek om 4u ’s nachts (de eerste keer dat ik de bloemen ging buiten zetten mag dat ineens ook fatsoenlijk). We liepen te voet naar huis en zagen in onze straat op de stoep een tafeltje, ne koelbox en enkele plooistoeltjes waar 5 plaatselijke opa’s een kaartje aan het leggen waren en hun beklag deden over die verdorven jeugd van tegenwoordig.
4u ’s nachts+ plooistoeltjes+ koelbox+ opaatjes = cool!
Nog iets dat me blijft verbazen… Voor mijn majorstage heb 2 modeklassen toebedeeld gekregen. De klas waar ik de meeste uren mee doorbreng (en mijn PKV stage mee doorloop) telt 2 leerlingen. Eline (27jaar, 2 kinderen) en Maike (47 jaar en nog veel meer kinderen) ! Ze noemen me juf Liesbeth en vragen aan het einde van de les of ik zeker tevreden ben van hen. G E W E L D I G
Ik prijs me gelukkig met twee studenten als hen die echt hun best doen en gemotiveerd zijn. De Openbare Nijverheidsschool telt hoofdzakelijk meisjes die na hun verplichte jaren onderwijs eerst even kinderen krijgen en dan toch beseffen dat ze nog verder willen studeren. Maike die dus een jaar ouder is dan mijn ouders heeft nooit de kans gehad om te kunnen studeren en is nu gelukkig als wat om na dit schooljaar haar diploma mode creatie te behalen. Vanaf dag één klampt ze me letterlijk vast en zegt me in de bevelende wijs die ze hier altijd hanteren “Juf Liesbeth, maak die modelanalyse met me” “Juf, kijk dit na voor me” En een constante “Ja juf, goed juf, oké juf”. DAT ga ik missen.
Al typende besef ik dat dit schrijfsel zich een beetje als een afscheidsblogbericht begint te manifesteren…
Ik wil er voorlopig nog niet aan denken. Het is erg makkelijk om je hier als Westerling te ergeren aan de overduidelijke dingen des levens die mislopen en die zo “gemakkelijk” voorkomen zouden kunnen worden. Maar lang hou je dat niet vol want ik ben hier überhaupt gewoon niet zo goed in me druk maken in dingen.
Iets wat me steeds blijft plezieren en wat ik stilletjes aan begin over te nemen is het typische Surinaamse Nederlands;
“Zow, was jij voorheen niet woonachtig in de Gondastraat?”
“Kan je dat geld even voor me op de bureau zetten?” “Ik zet die Bami even, kan jij peper zetten?” “Ja toch?” “Ja toch?” “Ja, toch?”
“Het is zoals ik zei tegen die man van mij” “Ja, dat heb ik dus steeds met die auto van mij”
Surinamers spreken ook in een trotse bezittende vorm over alles wat in en rond hun land te doen is. “Je komt naar die avondvierdaagse van ons, toch?” Dan gaat het dus over de jaarlijkse avondvierdaagse in Paramaribo terwijl ik dacht dat het gezin van mijn begeleidster(de vrouw die de uitspraak deed) een avondvierdaags plande…
Ook de leuke synoniemen heb ik bijna volledig eigen gemaakt:
frisdrank = soft (uitspreken met een platte s ssssoft)
kousenband = bonen
manja = mango
EN dan zijn er uiteraard nog de fantastische werkwoorden als Hangmateren, voeteren, kontakten,…
Nog een bijzonder iets, is het tijdverdrijf van erg veel Surinaamse jonge kerels. Die zitten dus in erg grote aantalen bij de fanfare! En dan wel voor de volgende instrumenten: trommel, trompet nog wat trommel en nog wat trompet (allemaal verschillende soorten koperblazers) en steeds iemand die gewoon wat wiebelt op het ritme en ritmisch of een fluitje blaast. Ze oefenen meermaals per week en in het weekend gaan ze dan gewoon weg met de fanfare doorheen de stad.
“Yo, Brian, wat doe jij dit weekend? Ja, ik ga vanavond gewoon lekker een fanfare zetten!”
Iets wat ik in België niet zie gebeuren maar niet zou betreuren moest het worden geïntroduceerd!
Je krijgt hier verder ook new found respect voor dingen die je in België gewoon voo rlief neemt. Asfalt bijvoor beeld of propere was, echte old-fashioned post of verkeersborden.
Langs de andere kant zal ik het helemaal niet erg vinden om het weer met enkele graden minder te moeten doen, om fietspaden te kunnen gebruiken, met een gerust geweten je hangmat in te kunnen kruipen wetende dat er echt geen kakkerlak in kan zitten en voooooral, op het gemak naar het gemak kunnen gaan! Een toiletbezoek kunnen leveren zonder constant op je eigen billen te moeten kletsen omdat je anders lekgestoken wordt door de steeds aanwezige WCmuggen.
Om af te sluiten ga ik terug even in de wij vorm schrijven omdat ik weet dat dit voor ons allen telt. We vrezen dat we in België last gaan krijgen van aanzwellende minderwaardigheidscomplexen. We zijn het zo gewoon geworden overladen te worden van complimentjes en misplaatste opmerkingen, gefluit, gesis en geroep dat we vrezen in een diepe donkere put van ontevredenheid inzake ons uiterlijk vertoon te vallen.
Aan allen die dit lezen: gelieve af en toe te tuteren als je ons voorbij rijdt of heel luid te roepen: ”Heeej popjes, zien jullie er schattig uit!”
Deal ?!